Home >
Therapie >
Maag, darm en abdomen >
CAPD peritonitis (Amphia Ziekenhuis)
CAPD peritonitis (Amphia Ziekenhuis)
Bij verdenking op CAPD peritonitis altijd contact opnemen met de internist-nefroloog.
Voor intraperitoneale (i.p.) doseringen zie tabel met eindconcentratie antibiotica in CAPD spoelvloeistof.
Verwekker onbekend
empirische behandeling gericht tegen staphylokokken, streptokokken en Gram-negatieve staven
N.B. na 24–48 uur antibiotische therapie aanpassen op basis van kweekuitslag. Bij negatieve kweek en goede respons op eerste 72 uur antibiotische therapie, cefazoline monotherapie 2 weken continueren.
Verwekker bekend
Enterococcus spp.
1e keuze | amoxicilline | - | - | i.p. | 3 weken |
alternatief | vancomycine | - | - | i.p. | 3 weken (vancomycine doseren op geleide van dal-spiegel) |
Pseudomonas aeruginosa
Staphylococcus aureus: overweeg catheter te verwijderen
Het is zinvol eventueel dragerschap met Staphylococcus aureus aan te tonen middels neuskweek. Neusdragerschap eradiceren met mupirocine.
coagulase-negatieve staphylokokken
alternatief | vancomycine | - | - | i.p. | 2 weken (vancomycine doseren op geleide van dal-spiegel) |
anaëroben
schimmels: catheter verwijderen
Candida: bij voorkeur catheter verwijderen
** flucytosine doseren op geleide van top- en dalspiegels, aangezien dit extern moet worden bepaald, graag bij start therapie afstemmen met de ziekenhuisapotheker.
Gisten anders dan Candida albicans (C. glabrata/C. krusei) zijn soms minder gevoelig voor fluconazol.
gelijkwaardig aan anidulafungine:
alternatief | caspofungine | 1 dd | 70 mg | i.v. | eerste dag |
gevolgd door | caspofungine | 1 dd | 50 mg (>80 kg: 1 dd 70 mg) | i.v. | na dag 1, gedurende 4–6 weken |
Tabel: eindconcentratie in spoelvloeistof
* vervolgdosis altijd in overleg met ziekenhuisapotheker op basis van spiegels